Lezing: Romeinse waterwerken in de Rijn-Maasdelta
door dr. Jan G.M. Verhagen
- Datum en tijd: 12-11-2024, 20:00
- Locatie: AWLV
- Adres: Van Naeltwijckstraat 9A
- Plaats: Voorburg
De lezing gaat over het promotieonderzoek dat de spreker heeft uitgevoerd naar de Romeinse waterwerken. Hieronder verstaan we kanalen, dammen, havenwerken, kades e.d., kortom de hele kunstmatige infrastructuur voor het transport van goederen en personen over het water. Deze infrastructuur speelde ook een belangrijke rol bij de vroeg-Romeinse pogingen om Noord-Germanië te onderwerpen. Vanaf ca. 45 na Chr. wordt de Rijn als Rijksgrens geconsolideerd, die we aanduiden met limes.
Het veldonderzoek van de spreker heeft zich toegespitst op de dam en kanalen van Drusus, met name op twee locaties. De eerste betreft de omgeving van Herwen en Lobith met de verspoelde resten van het castellum Carvium, dat diende om de Dam van Drusus te bewaken. Het tweede veldonderzoek is uitgevoerd in het gebied van de Utrechtse Vecht. Het onderzoek betrof een stuk van de Vecht dat mogelijk teruggaat op een Romeins kanaal. Mede aan de hand van resultaten van andere onderzoekers, zoals het kanaal van Corbulo en het vermoedelijke Mare-kanaal, geeft spreker een overzicht van het transportnetwerk over water in de Romeinse tijd.
Jan Verhagen is archeoloog en bioloog. Hij voerde vanaf 2011 aan de Vrije Universiteit in Amsterdam een promotieonderzoek uit naar de Romeinse waterwerken in de Rijn-Maas delta. Dit is een onderzoek op het grensvlak van bodemkunde en archeologie. Zijn promotie vond plaats op 27 september 2022.
Lezing: Scherven zoeken op laag water: wat hebben we daaraan ?
Een onontgonnen onderzoeksgebied
door Bert van der Valk, Veldwerkcoördinator werkgroep ’s-Gravenhage
- Datum en tijd: 22-10-2024, 20:00
- Locatie: AWLV
- Adres: Van Naeltwijckstraat 9A
- Plaats: Voorburg
Op de zandmotor even ten zuiden van Kijkduin zijn in 10 jaar pakweg 5 tot 600 aardewerkscherven gevonden dankzij de noeste verzamelarbeid van Henk Mulder te Monster. De strijklengte in de tijd van de vondsten is vanaf de ijzertijd tot en met de kopjes en borden van de Harwichlijn. Gegeven het feit dat al het zand, inclusief scherven (naast botten en vuurstenen artefacten, zie het boek Doggerland) van zo’n 10 km uit de kust komt, roept vragen op als: hoe komen die scherven daar ? En waarom geen oudere zaken (als je de vuurstenen vondsten even niet meetelt, die zijn meestal mesolithisch of paleolithisch) dan ijzertijd ? Ons initiatief heeft inmiddels in Zuid-Holland en Zeeland een eigen project “Bridging the North Sea” opgeleverd dat vooral in de Romeinse tijd speelt en in Zeeland ook een heus strandarcheologieproject, dat breder gaat dan de Romeinse tijd. Ons initiatief heeft daarvoor aan de start gestaan.
Graag vertel ik meer over deze onverwachte opbrengst van scherven rapen op het strand zowel in Zuid-Holland als Zeeland. Onontbeerlijk zijn goede contacten met de zoekers in het veld, en ook met de professionals. Geen onprettige situatie om daar als vrijwilliger mee bezig te zijn.